Ondervoeding

Ondervoeding kan ontstaan doordat u te weinig eet of meer energie en voedingsstoffen verbruikt bij ziekte, wonden, infectie of na een operatie. Gewichtsverlies in deze situaties betekent dat u verzwakt (spiermassa kwijt raakt) of dat het herstel langer duurt dan nodig is. Bij het signaleren van ondervoeding moet de huisarts worden ingeschakeld. Familieleden of mantelzorgers zien dit gezondheidsprobleem over het algemeen eerder dan dat u het zelf ziet. 

Ondergewicht betekent dat uw gewicht aan de lage kant is. Ondergewicht is vast te stellen met de Body Mass Index (BMI). Voor volwassenen tot 65 jaar geldt dat ze ondergewicht hebben met een BMI van minder dan 18,5 kg/m2. Ouderen (65+) hebben ondergewicht bij een BMI van minder dan 20 en mensen met COPD bij een BMI van minder dan 21 kg/m2. 

Het dieetadvies is een energie- (calorieën) en eiwitverrijkt dieet met voldoende vitamines en mineralen. De diëtist vraagt uw voeding na: wat lukt wel, wat niet en wat zijn uw smaakvoorkeuren? Maar ook: wie doet de boodschappen en kunt u zelf nog uw maaltijd klaarmaken? Samen met u stelt zij een dieetadvies op en als dat nodig is, zal zij extra hulp inschakelen voor ondersteuning.

In sommige situaties is het gebruik van medische drinkvoeding of sondevoeding nodig. De diëtist zal dit met u en uw omgeving bespreken en u hierbij begeleiden.